Zij – we noemen haar even Mies - is teleurgesteld. Ze is niet gekozen voor de functie van projectmanager. Dat zit haar hoog. Ze slaapt er niet van. Ze is boos en teleurgesteld. En wat moet je nou met coachen in dit geval? Die coach gaat me vast vertellen dat ik het moet loslaten. Daar krijgt ze bij voorbaat al de kriebels van. Maar desalniettemin gaat ze kennismaken met de coach van Kootsjhuys. Met het voordeel van de twijfel!
Op een heldere winterdag is het heerlijk om met een coachee naar buiten te gaan. Zuurstof voedt je hersenen en buitenlucht geeft letterlijk een frisse blik. Vandaag wandel ik met Femke door het bos waar de bevroren bladeren onder onze voeten knisperen. Ze heeft mij gevraagd om haar te helpen een nieuwe richting in werk te vinden. Bij de multinational waar ze werkt, voelt ze zich niet meer thuis. “Ik weet allang dat ik niet met die ratrace wil meedoen” zegt ze.
Een middelgrote organisatie in dienstverlening vraagt ons om te helpen bij het verbeteren van de communicatie. Dat is een brede vraag. Ik ga eerst even bellen. Fred (mijn contactpersoon) zegt dat het niet lekker gaat. Hij krijgt zijn vinger er niet achter en uit een enquête onder de medewerkers bleek dat het met de communicatie droevig gesteld was.
Annejet van der Zijl ( biograaf van o.a. Prins Bernard) vertelt bij Zomergasten dat ze als journalist bij een krant geen newsgetter was. Ze is gefascineerd door de manier waarop mensen hun plek vinden in het leven. Ze maakt in haar biografiën een reconstructie en onderzoekt waar iemand van zijn pad is afgeraakt en hoe het spoor terug weer is gevonden. Ze heeft ontdekt dat achtergrond en toeval hierbij een grote rol spelen.
Lia heeft twee jaar geleden overtuigd gekozen voor een baan waarvan ze zeker weet dat ze dit kan. Het aansturen, motiveren van mensen in een productieomgeving heeft ze eerder gedaan en ze is er goed in. En ze heeft ervaring met het begeleiden van teams. Maar nu gebeurt er iets waar ze geen vat op heeft.. Het gaat om één van de medewerkers.
In ons eerste gesprek noemde Loek zichzelf een zondagskind. Hij zegt dat hij nooit echt moeite heeft hoeven doen. Gemakkelijk diploma’s gehaald, altijd snel werk gevonden en als vanzelf gerold in de rol van nu; partner van een creatief bureau met een gerenommeerde naam in de branche. Hij is veel in de publiciteit. Dus wat is het probleem zou je denken. Toch knaagt er ontevredenheid. Over zichzelf én over wat hij toevoegt. Dat ontevreden gevoel begint zijn tol te eisen. Het uit zich in zijn gedrag en dat heeft effect op zijn medepartners en collega’s. Steeds vaker is er onenigheid en krijgt Loek de dingen niet voor elkaar.
Het hoofd van de afdeling financiën - ik noem hem voor het gemak maar even Joop - belt me met een onsamenhangend verhaal. Vier jaar geleden was hij nog gewoon medewerker, en nu hij hoofd van de afdeling is, vindt hij er eigenlijk niets meer aan. Het loopt niet op zijn afdeling en er is een flinke ruzie ontstaan op de werkvloer, wat een grote invloed heeft op de sfeer. Mensen die zich nooit ziek melden, doen dat nu ineens wel en het werk blijft liggen. Waar de ruzie vandaan komt is hem volkomen onduidelijk. Op mijn vraag wat ik voor hem kan doen, blijft het stil, want daar is hij niet op voorbereid! Duidelijk een geval van te dicht op de problemen zitten, waardoor je niet meer ziet wat er aan de hand is.
Bram belt me op. We kennen elkaar al minstens 8 jaar. Hij schrikt als ik dit met hem deel. Heeft hij al zo lang een coach? Ja.. kennelijk steeds een nieuwe fase in het leven en dus ook andere vragen. Dat is nu ook het geval.
Irene werkt sinds een jaar bij een groeiend technisch bedrijf in het midden van het land. Haar functie is HR manager en ze krijgt de vraag of ze een coach wil zoeken voor een medewerker.
Hij – we noemen hem even Wim - heeft een gesprek aangevraagd. Hij loopt ergens mee. Wim is een medewerker van een opdrachtgever en hij twijfelt of het niet eigenlijk een coachvraag is, maar dat kan hij niet zo goed beoordelen. Want wat mag je nu van ‘coachen’ verwachten? Alweer zo’n moderne term waar hij de kriebels van krijgt. Maar een goed gesprek ziet hij wel zitten.
Zijn vrouw belt me. Ze noemt haar naam, wacht niet op mijn vraag wat ik kan doen maar steekt direct van wal. Met een accent dat ik niet kan thuisbrengen, vertelt ze in een grote waterval van redelijk goed Nederlands dat haar man al meer dan tien jaar een medische praktijk in Nederland heeft waar hij werkt met vijftien parttime assistentes.